‘Aardverschuiving’, dat is inderdaad een mogelijke vertaling van avalancha. Dat was de natuurramp die afgelopen week in het stadje Salgar in Antioquia voor dood en verderf zorgde, met op het ogenblik een officieel dodencijfer van 92, van wie er 61 zijn geïdentificeerd. Maar er zijn nog verschillende vermisten dus het aantal doden zal zeker oplopen tot boven de honderd.
Inderdaad, daar had altijd een boerderij gestaan, maar de beek had een steeds grotere hap uit de oever genomen en nu was een gedeelte van de boerderij in de afgrond verdwenen. Een andere keer reed ik over de weg die door een geweldige regenbui –het leek echt of de zondvloed was losgebarsten– was veranderd in een stel stromende rivier. Je kon niet meer zien waar de weg ophield en de afgrond begon, en ik had soms het gevoel dat het stromende water me meetrok. En dan te bedenken dat al dat water maar één kant op wilde: naar de verschillende beekjes, die inmiddels ook watervallen waren geworden en met duizelingwekkende vaart naar beneden denderden.
En dat is precies wat er gebeurde. Alsof het scenario al klaar had gelegen. Tussen twee en drie uur in de nacht van maandag op dinsdag, begon het enorm te regenen in de hoger gelegen gedeeltes van de berg. Alle beekjes en watervallen daar probeerden met alle macht (uiteraard gedeeltes van de berg op hun pas meenemend) het water in het riviertje te deponeren. Dat probeerde met man en macht al dat water naar beneden te vervoeren, terwijl het onderweg ook flink wat bergwanden en rivieroevers in haar stroom meenam. Het water zoekt nu eenmaal altijd de snelste weg naar beneden. Beneden aangekomen was de waterstroom al zodanig gegroeid, de oevers waren niet meer dan breekbaar karton en de huizen die dicht bij de rivier stonden, werden allemaal meegesleurd. Met daarin de mensen die op dat moment lagen te slapen.
In een studie van Corantioquia, instantie verantwoordelijk voor het milieu, is te lezen: ‘In het urbane gedeelte [van de gemeente Salgar] zijn overstromingen en stortbuien natuurfenomenen die nog vaak zullen voorkomen, aan de ene kant door de hoge regenval die de Liboriana kenmerkt en aan de andere kant, door de invasie van het stroomgebied door bouwwerken. Dit laatste is een dagelijkse praktijk en ongeveer een derde deel van de woningen van de gemeentes staan hier.’ Corantioquia zegt ook dat naar schatting zestig procent van de bevolking van Antioquia in een gebied woont, dat een hoog risico kent.
De tragedie is groot, de natuur claimt haar recht, de bevolking bepaalt de tol. Toch zal er helemaal niets veranderen en zullen de mensen blijven wonen waar ze wonen. Aan de oevers van de rivier, in de risicogebieden. Een alternatief hebben ze nauwelijks. Misschien heeft de oude vrouw, een van de nabestaanden van de ramp van Salgar, wel gelijk toen ze zei: Estamos en manos de dios…