Door: Nico Verbeek
Dit het verhaal van natuurreservaat Cañon del Río Claro, niets minder dan het paradijs op aarde. Het bevindt zich in Puerto Triunfo, bekend van haciënda Napoles van Pablo Escobar, in de centrale bergrug van het Andesgebergte, op zo’n 150 km van Medellín.
Een van de eerste jeugdherinneringen van Juan Guillermo Garcés is hoe hij samen me zijn vader moest vluchten voor de burgeroorlog in de jaren vijftig. Zijn vader was, net als de meeste boeren in de streek, een veeteler, die de oerwouden van het gebied kapten en afbrandden om er weiland van te maken. Toen Garcés 15 jaar oud was, werd zijn vader vermoord. Samen met zijn broer erfde hij het veeteeltbedrijf van zijn vader.
Aan het einde van de jaren tachtig begon de oorlog tussen Pablo Escobar en de paramilitairen van Magdalena Medio. Garcés was gedwongen een laag profiel te houden en kon zijn reservaat maar zelden bezoeken. In 1997 werd hij ontvoerd door het ELN (Nationaal Bevrijdingsleger), een van de guerrillagroeperingen in Colombia, die aan natuurbehoud helemaal geen boodschap hadden (en hebben). Hij zat een maand vast, maar wist te ontsnappen, maar de guerrilla bleef hem en zijn familie afpersen. Uiteindelijk wist hij met een guerrillacommandant te onderhandelen, maar vanaf dat moment werd hij door de paramilitairen tot vijand verklaard. Pas in 2005, toen de paramilitairen zich demobiliseerden en de guerrilla minder aanwezig was, kon Garcés definitief terugkeren naar ‘zijn’ natuurpark en het project nieuw leven inblazen. Vijanden en obstakels voor zijn project zijn er nog genoeg. De extensieve veeteelt, de mijnbouw (marmer), de cement-winning in de rivier en commerciële bosbouw, om er maar een paar te noemen.
Als het zover is, zal ik de eerste zijn om mee op pad te gaan.
Schaf hier de boeken van Nico Verbeek aan bij Bol.com
*Eerder verschenen in La Chispa