Door: Nico Verbeek
Vorige week werd in Puerto Asís, in Putumayo, aan de grens met Ecuador, Henry Loaiza Ceballos gearresteerd, samen met alias Gárgola en twaalf andere verdachten. Loaiza stond jaren geleden bekend als alias El Alacrán (De Schorpioen) en werd beschouwd als de zesde man in het roemruchte drugskartel van Cali, een van de grote misdaadimperiums in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw.
Loaiza gaf zich in 1995 over aan de justitie, in de tijd dat hij vertrouwensman was van de broers Gilberto en Miguel Rodríguez Orejuela, leiders van het Kartel van Cali. Hij werd veroordeeld tot twee straffen, eentje van 30 en eentje van 18 jaar, voor 43 moorden en 22 ontvoeringen, die allemaal te maken hadden met een massamoord in de gemeente Trujillo, Valle del Cauca.
In januari 2017 zat zijn gevangenisstraf erop en volgens de politie begon hij al snel zijn oude contacten en socios weer op te zoeken. In Puerto Asís waren ze in ieder geval gewaarschuwd, al was hij al zeventig jaar oud, want alias El Alacrán had een donker verleden achter zich.
Toen El Alacrán in de gemeente aankwam, was hij helemaal alleen en huurde een huis van twee verdiepingen in de wijk La Floresta. Vanaf het begin presenteerde hij zich als een predikant van de evangelische kerk en beweerde hij een kerk te willen bouwen voor de gemeenschap. Hij kocht ook een finca en flink wat vee en ook een radiozender, zogenaamd om zijn evangelische werk te kunnen uitvoeren en de boodschap van God te verkondigen.
Alles wijst erop dat zijn religieuze roeping een dekmantel was om de autoriteiten om de tuin de leiden, terwijl hij zich ondertussen bezighield met z’n oude werk: de handel van drugs en het witwassen van de verdiende dollars. Zo zou hij een miljoenen kapitaal hebben aangewend om het criminele netwerk van de bende ‘la Constru’ nieuw leven in te blazen.
Volgens de politie had alias El Alacrán een deal gesloten met Miguel Antonio Bastidas, alias Gárgola, die beschouwd werd als de belangrijkste leider van dit criminele netwerk, dat zich bezighoudt met de handel van cocaïne.
Maar de politie was Loaiza en zijn nieuwe socios deze keer te slim af en daarom kwam er een snel einde aan zijn ‘herkansing’ in de drugshandel en kon hij zijn ‘successen’ van vroeger niet herhalen.
Het kartel van Cali, de beruchte criminele organisatie van de broers Gilberto en Miguel Rodríguez Orejuela slaagde er aan het begin van de jaren negentig in de hegemonie van de concurrerende maffiagroep uit Medellín over te nemen. Het kartel was minder strak en hiërarchisch georganiseerd, was in hoge mate gedecentraliseerd en bestond in feite uit een aantal semi-zelfstandige eenheden die naast elkaar opereerden.
De economische basis van het kartel van Cali of ‘Valle-groep’ was de smokkel vanuit de havenstad Buenaventura, die de regio met de wereldeconomie verbindt. Vanaf het begin van de jaren zeventig werd een netwerk voor cocaïnedistributie opgebouwd dat voornamelijk gebruik maakte van de infrastructuur van deze haven.
De cocaïnehandel begon met de smokkel van cocapasta uit Peru en Bolivia, die aanvankelijk via de uitgestrekte regenwouden van Putumayo de Colombiaanse grens overkwam. De pasta werd in kleine primitieve laboratoria verwerkt en het eindproduct werd via Buenaventura in schepen naar de Amerikaanse markt gesmokkeld.
Vanaf het einde van de jaren zeventig begonnen de latere leiders van het kartel van Cali te werken aan de opbouw van hun eigen routes totdat ze de illegale markt in Valle volkomen in hun greep hadden. Het kartel beheerste niet alleen de illegale economie, het drukte ook zijn stempel op de lokale legale economie. In de jaren tachtig verkreeg de maffia enorme belangen in de handel, het bankwezen en in de industrie.
De broers Gilberto en Miguel Rodríguez werden in 2005 naar de Verenigde Staten uitgeleverd waar ze op het moment een straf uitzitten van 30 jaar. De derde en vierde man van het kartel waren José Santacruz Londoño en Hélmer ‘Pacho’ Herrera, beiden al jarenlang geleden omgekomen in een van de vele karteloorlogen. De vijfde man was Victor Patiño Fómeque, die in 2002 aan de Amerikaanse justitie werd overgeleverd. Hij was bereid flink was informatie te delen met de rechters daar en daarom kwam hij al in 2008 vrij en werd hij opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma.
Henry Loaiza, door het Openbaar Ministerie beschouwd als de zesde man in de hiërarchie van het kartel van Cali, was binnen het kartel verantwoordelijk voor het militaire apparaat van de organisatie, hoewel hij ook meedeed aan de directe smokkel van cocaïne naar de Amerikaanse markten.
Loaiza was ook betrokken bij het oprichten van paramilitaire organisaties en groepen van privé-justitie. Hij was eigenaar van tientallen haciënda’s in diverse gemeenten in het noorden van het departement van Valle, zijn vee liet hij brandmerken met het teken van een schorpioen, vandaar zijn alias El Alacrán. De autoriteiten van Valle beschuldigden Loaiza van betrokkenheid bij verschillende massamoorden op het platteland, waarbij meer dan honderd boeren om het leven kwamen. Henry Loaiza was zakenpartner van Victor Patiño Fómeque en investeerde zijn grote fortuin in agrarische bezittingen verspreid over het hele land. Hij gaf zich in juni 1995 vrijwillig over aan de politie.
En nu is Henry Loaiza weer terug in de gevangenis, voordat hij kans kreeg om een nieuwe versie 2.0 van het kartel van Cali op te richten. Gezien zijn leeftijd ligt het niet voor de hand dat hij nog een derde kans zal krijgen…
Nico Verbeek
– Colombiaans.nl
Nico Verbeek is schrijver en columnist voor onder andere Colombiaans.nl en schreef de boeken Het kartel van de Narcos, De wrekers van Medellín, Eigen Doelpunt en Ingrid Betancourt De vrouw die president wilde worden. Verbeek is woonachtig in Medellín. Ook geeft hij Nederlandse les aan Colombiaanse burgers die het examen voor inburgering-buitenland moeten doen.
Verbeek schreef onder meer onderstaande boeken
Lees ook
» Colombiaans.nl – exclusive Andrés Escobar – De Kronieken van een Heer
» Openingswedstrijd Copa America in teken van Andrés Escobar
» 22e sterfjaar van Andrés Escobar
» De moord op Colombiaanse minister Lara, vandaag 35 jaar geleden» Colombia en Venezuela, op de grens van oorlog… in 1987
» Honderd jaar Spaanse griep in Colombia
» Gabriel García Márquez en de bananenstaking
» Mijn naam is Juan Pablo alias Sebastián Marroquín, zoon van Pablo Escobar