De kerk was heel matig bezet. Alleen in de voorste vier banken aan weerszijden van het gangpad zaten bezoekers, bijna allemaal directe familieleden van de overledene. Alles bij elkaar misschien zo’n vijftig personen. Ik zelf was aanwezig omdat de overledene de vader van een ex-collega was. De priester kwam snel ter zake. En na een lied van een jongeman en een synthesizer en een korte begroeting, draaide hij een draaiboek af dat hij die dag nog vaak zou herhalen.
We liepen door het gangpad van de kerk naar de uitgang, achter de kist aan, en buiten gekomen zagen we dat de lijkwagen die ‘onze’ kist zou meenemen, hinderlijk de weg versperde van een andere rouwauto die al een tijdje ongeduldig had staan wachten. Die nabestaanden hadden namelijk hun uitvaart om half elf gepland, dus wij zaten een beetje in de weg. Een ware filevorming bij de ingang van de kerk. Als het niet zo’n triest moment was geweest, hadden ik en andere ex-collega’s er ongetwijfeld een tijdje smakelijk om gelachen. Het was in ieder geval erg dringen die ochtend bij de kerk Jesús de Nazareno om begraven te worden en in de heerlijkheid van het hiernamaals opgenomen te worden.
Ik woon zelf vlak bij een straat waar tientallen zaakjes zijn waar onderdelen van motorfietsen worden verkocht en daar vlakbij is een heel blok van straten waar autogarages, werkplaatsen en band repareer-diensten bij elkaar zitten.
Achteraf vroeg ik me af hoe het zou zijn om in die straat te wonen, de straat van de dood. Natuurlijk, het is goed om af en toe herinnerd te worden aan de tijdelijkheid van het bestaan en aan de wetenschap dat ieder mens op z’n tijd weer tot stof zal vergaan. Maar of het nou zo goed is, voor de geestelijke gezondheid, om daar op alle momenten van de dag aan herinnerd te worden, waag ik te betwijfelen.
Nico Verbeek
auteur van onder meer: Eigen doelpunt en De wrekers van Medellin
Schaf hier de boeken van Nico Verbeek aan bij Bol.com
*Eerder verschenen in La Chispa