De 20-jarige keeper Justin Dautzenberg vertrok begin dit jaar naar Colombia voor een voetbalavontuur in Colombia. Hij tekende een eenjarig contract bij Patriotas Boyacá.
Patriotas Boyacá eindigde vorig jaar als vijftiende in de competitie (Liga Águila). Het nieuwe seizoen begint dit weekend en hij heeft er zin in. Dautzenberg vertelt tegen Voetbalzone over zijn eerste weken in Colombia en hoe hij en zijn team keken naar de klassieker om te kijken hoe men in Nederland de tactiek van zo’n belangrijke wedstrijd regelt.
Altijd een talent geweest
Justin Dautzenberg begint op zijn vijfde te keepen en slechts een paar jaar later wordt hij al door MVV gescout. Ook de KNVB heeft hem op de korrel en speelde hij in de selectie-elftallen van Onder-12 en Onder-15.
Pech
Het spoor van Dautzenberg loopt helaas dood. Omdat MVV geen elftal had voor spelers onder de 16 stapt hij na zeven seizoenen over naar stadsgenoot VV Scharn. Maar zijn kans op betaald voetbal komt opnieuw. In 2015 krijgt hij de kans om naar Sint-Truiden te gaan en dat liet hij zich geen twee keer zeggen. Hij traint een aantal keren mee met het eerste elftal en zit bij de wedstrijdselectie. Toch krijgt hij geen echte kans op een basisplaats. Deze droom valt al helemaal in duigen als de club voor een ervaren doelman kiest. Hij maakt een tussenstap naar KVK Tienen, maar wil graag terugkeren naar het professionele voetbal. Met deze onverwachte transfer naar Patriotas Boyacá is dit gelukt.
Wennen aan klimaat, hoogte en cultuur
Tegen Voetbalzone zegt hij: “Ik heb even moeten wennen aan het klimaat, hoogte en cultuur. Ik zit op 2800 meter hoogte en is toch anders dan in Nederland. In het begin had ik last van misselijkheid en pijn in hoofd en buik. Het was pittig omdat ik daardoor de eerste dagen weinig at, maar de trainingsintensiteit toch hoog lag. Dit had ik ook al wel verwacht, maar gelukkig gaat het nu na mijn aankomst beter. De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Ik ben goed opgevangen door de Colombianen en heb het naar mijn zin. Alleen de taal is een probleem. Men spreekt amper Engels. Eén speler spreekt het een beetje. Dus ik ben volop bezig met het leren van de taal. Qua prefessionaliteit zijn de trainingen even goed als in Nederland en heb dus zeker geen spijt van mijn keuze voor Patriotas Boyacá.”
Eerder speelde de Nederlander André Krul bij Boyaca Chico.