Site pictogram Colombiaans.nl

Medellín snelst groeiende toeristische trekpleister 2015

Medellín snelst groeiende toeristische trekpleister 2015
globalsoccershop

Wat een kop: Medellín snelst groeiende toeristische trekpleister 2015. Het is toch echt zo! Wat een heerlijke stad is het toch. Velen van ons weten het al jaren. Maar nu zijn de bezoekersaantallen er ook naar. Statistieken liegen niet, Medellín is de snelst groeiende toeristische trekpleister van 2015. ProColombia meldt dat Medellín in 2015 maar liefst 8 (!) keer meer toeristen mocht ontvangen dan in 2014. Dat betekent een fikse groei van maar liefst 34% ten opzichte van 2014.

Geen zee, strand of ruïnes

Nee, Medellín heeft geen strand, zee of archeologische ruïnes, maar het is het echte ‘stadse leven’ dat men combineert met het ‘groene leven’ dat men als het ware ‘grijpt’. De komst van vooral internationale bezoekers overtreffen de cijfers van steden die in het verleden de scepter zwaaiden. Men bezocht voorheen vooral het koffiegebied, San Andrés, Cartagena en Bogotá en lieten Medellín vaak links liggen omdat men nog steeds last had van de zogenoemde ‘narco-angst’.

Overigens staat heel Colombia er goed op als het gaat om internationale bezoekersaantallen want volgens het OMT, de World Tourism Organization, mag Colombia zelfs een stijging noteren van maar liefst 16 procent. Mooie stijgers waren Medellín met 212.275 internationale reizigers, Cali mocht een stijging noteren van 23%, San Andrés 9% en Cartagena 16%. En dan zijn de toeristen die Cartagena met de cruise komen bezoeken nog niet eens meegeteld.

Lekker groen

Volgens het WTO zijn de stijgingen in bezoekersaantallen niet alleen te wijten aan het steeds veiliger worden van Colombia maar wordt de toerist ook steeds veeleisender. De toerist wil vaker ‘groen’. Dus een groener milieu met natuurlijke bronnen en buitenactiviteiten. Men komt dan naar Medellín omdat je naast de kunst en stadsleven ook buitenactiviteiten kunt combineren.

Travel
Medellín snelst groeiende toeristische trekpleister 2015

Foto: Guillermo Ossa / EL TIEMPO

Mobiele versie afsluiten