Site pictogram Colombiaans.nl

Hoe Duque’s droom in een nachtmerrie veranderde

Hoe Duque's droom in een nachtmerrie veranderde
globalsoccershop

De nationale staking van Colombia: hoe Duque’s droom in een nachtmerrie veranderde. Wat begon als een normale vakbondsstaking is veranderd in een van de grootste protesten tegen de regering die ooit in Colombia gehouden is. En dit was nog maar het begin.

Door: BertJan

Hoe is dat zover kunnen komen?

Veel heeft te maken met het onvermogen van president Ivan Duque en zijn kabinet om met de specifieke eisen van belangengroepen en met de algemene heersende ontevredenheid om te gaan. Daarnaast hebben de  Colombiaanse regeringspartij, de bedrijfsorganisaties en de minister van Financiën een klimaat van verzet gecreëerd. De linkse oppositie heeft hier misbruik van gemaakt, terwijl de centrumrechtse partijen hopen meer politieke invloed te krijgen als gevolg van Duque’s politieke onvermogen en zelfvernietiging. 

Hoe begon het nou eigenlijk?

Het debacle van de voorgestelde belastinghervorming:
De nationale staking werd officieel aangekondigd op 4 oktober, welke grotendeels onopgemerkt is gebleven, vooral omdat de regeringsgezinde media het negeerden. De spanningen waren toen al hoog opgelopen, maar werden gewoon genegeerd. De eerste kiem van het meningsverschil werd gezaaid door de controversiële minister van Financiën Alberto Carrasquilla, die in oktober vorig jaar een belastinghervorming voorstelde die een belastingverlaging voor bedrijven en een lagere drempel voor de middenklasse nastreefde.

Voorafgaand aan zijn verkiezing in juni 2018 had Duque echter belastingverlagingen beloofd, maar had hij niet vermeld dat dit uitsluitend voor het bedrijfsleven zou gelden en dat de gemiddelde Colombiaan naar verwachting een belasting verhoging mocht tegemoet zien. Ondanks dat enkele van de meest controversiële belastinghervormingen uit het zogenaamde “begrotingsfinancieringsplan” werden verwijderd, voelden de Colombiaanse kiezers zich verraden en de steun voor  Duque daalde tot 29%. Carrasquilla had gezegd dat de verlagingen van de vennootschapsbelasting banen zouden creëren, wat uiteindelijk niet zo bleek te zijn. In feite, wegens diverse omstandigheden, sprong de werkloosheid omhoog. 

Veiligheidsbeleid mislukt:
Duque’s extreemrechtse partij, waarvan de nodige politieke bondgenoten in het bedrijfsleven en media worden beschuldigd van oorlogsmisdaden, heeft zich al tegen de vrede met de FARC verzet voordat de vredesgesprekken in 2012 zelfs maar begonnen waren. Nog voor het aantreden in augustus 2018 stigmatiseerde zij elke aanhanger en voorstander van de vredesovereenkomst van 2016 als guerrilla-sympathisant. Dit verergerde het aantal moorden op slachtoffers en etnische minderheden die gestolen land terug claimen, gemeenschapsleiders die het vredesakkoord uitvoeren en mensenrechtenactivisten die de vrede verdedigen. Na haar aantreden formuleerde de regering een veiligheidsbeleid dat geen rekening hield met het vredesproces en de veiligheidsuitdagingen die waren ontstaan als gevolg van de demobilisatie van de FARC. Tegelijkertijd probeerde de partij de grillige Amerikaanse president Donald Trump te sussen en voerde een agressief drugsbestrijdingsbeleid uit welke in strijd is met de vredesovereenkomst van 2016 en tegen het advies van deskundigen in gaat. 

Corruptieschandalen:
In december vorig jaar heeft de president het militaire commando vervangen door officials die dicht bij zijn politieke beschermheer, voormalig president Alvaro Uribe, staan. Deze officials behoren echter niet alleen tot de meest radicale vleugel binnen de veiligheidstroepen, maar werden ook beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid en corruptie. Dit werd aanvankelijk onthuld door de New York Times in februari van dit jaar, maar werd ook gevolgd door een reeks onthullingen van corruptie en een opleving van de moord op burgers die werden afgeschilderd als guerrillastrijders die in de strijd werden gedood. Terwijl Duque en zijn minister van Defensie Guillermo Botero hun militaire bondgenoten probeerden te verdedigen, werden nogmaals minstens zes top generaals ontslagen, sommige vanwege beschuldiging van  banden met drugshandelsorganisaties. 

 #TheyAreKillingUs :
De massamoorden op sociale leiders hebben de minderheidscoalitie van Duque in het Congres politiek geïsoleerd en hebben geleid tot meer verzet tegen het oplaaiende geweld. Dit kwam tot een hoogtepunt in maart van dit jaar toen inheemse groeperingen een protest organiseerden tegen het toegenomen geweld veroorzaakt door de herbewapening van FARC-guerrilla’s, ELN-rebellen en paramilitaire groepen, wat in strijd is met het vredesakkoord. De inheemse Colombianen en andere sociale leiders kregen in maart massaal steun toen tienduizenden de straat op gingen om een einde te eisen aan het oplaaiende geweld. Duque weigerde echter te praten met de inheemse Colombianen. In plaats daarvan werden de protesten met geweld neergeslagen en de inheemse bevolking trok zich in april terug om hun strategie met als doel de regering te dwingen zich aan de vredesovereenkomst te houden, te heroverwegen. 

FARC-dissidenten bewapenen zich opnieuw:
Door het nalaten van de overheid om de vredesovereenkomst uit te voeren en vermeende pogingen om het proces te saboteren, kondigde de vroegere  vredesonderhandelaar van de FARC, Ivan Marquez, aan dat hij en  15 andere bevelhebbers in Augustus zich opnieuw bewapenden. Duque reageerde door de oorlog tegen hen te verklaren, maar kwam hierdoor politiek in een isolement terecht. De vredesbeweging drong er bij Duque op aan om de vredesovereenkomst uit te voeren en kreeg steun van de linkse oppositie en het centrum-rechtse stemblok. De steun voor de oproep van zowel Marquez als Duque om terug te keren naar de oorlog werd op grote schaal afgewezen. De regering reageerde door een samenzweringstheorie in het leven te roepen die Nicolas Maduro (de president van Venezuela)  verbindt met de ELN en de FARC-dissidenten, maar de president werd vernederd in het bijzijn van de internationale gemeenschap toen hij voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vals bewijs presenteerde. Het bleek dat ten minste vier bewijzen tegen Venezuela vervaardigt waren door de regering zelf. 


De studenten staan op :
Corruptie bij een universiteit in Bogota leidde eind september tot studentenprotesten die met geweld door de politie werden neergeslagen. Dit leidde tot solidariteitsprotesten welke ook met geweld werden neergeslagen. Studentenorganisaties verenigden zich en organiseerden wekelijkse marsen door heel Colombia. Bovendien kondigden ze aan dat ze op 21 november, de dag van de nationale staking van de vakbonden, ook protesten zouden houden. 

Het proces tegen Uribe:
Op 3 september begon het Hooggerechtshof van Colombia met het horen van getuigen in het proces tegen Duque’s politieke beschermheer Uribe , die verdacht wordt van fraude en omkoping om het vermeende criminele verleden van zijn familie te verbergen. Vanaf de eerste dag kwamen getuigenissen en bewijzen naar voren over het verleden van de familie Uribe. Op 8 oktober, toen de voormalige president zijn eerste dag in de rechtbank beleefde, was zijn reputatie vernietigd. Bij lokale verkiezingen op 27 oktober kreeg de regeringspartij een electorale aframmeling en verloor zelfs in Medellin, van oudsher het centrum van de “uribistas”. Dit veroorzaakte een grote crisis in de regeringspartij , omdat veel van Uribe’s bondgenoten betrokken zouden zijn bij misdaden die verband houden met deze fraude en omkoping. 

De genocide:
Nadat Duque in april weigerde om met de inheemse Colombianen te praten, verergerde het geweld tegen de inheemse bevolking, vooral in het zuidwesten van Colombia. De president stuurde zijn minister van Binnenlandse Zaken Nancy Patricia Gutierrez naar de zuidwestelijke provincie Cauca, maar de minister bleek onbekwaam te zijn en kon geen zinvolle gesprekken voeren. De nationale inheemse organisatie ONIC verklaarde dat er sprake is van een humanitaire noodsituatie, maar kreeg geen significante reactie van de regering . Na de moord op een inheemse gouverneur kondigde de ONIC  aan dat alle inheemse organisaties zouden deelnemen aan de staking. Andere etnische minderheden en tientallen maatschappelijke organisaties sloten zich hierbij aan. 

De arrogantie van de regering en bedrijfsleven:
Om het nog erger te maken, begonnen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in de directe omgeving van Duque allerlei controversiële maatregelen voor te stellen, zoals het verlagen van het minimumloon voor jongeren en het betalen van mensen per uur. De regering stelde bovendien voor om de pensioenleeftijd te verhogen. Geen van deze ideeën kwam rechtstreeks uit de koker van  Duque, maar werd wel onderdeel van wat de  protestbeweging “Duque’s great package” noemde. De regering probeerde zich van deze voorstellen te distantiëren, maar had inmiddels alle geloofwaardigheid verloren. Duque’s afkeuring steeg landelijk tot 69%. 


De laatste drupel (bloed) :
Toen bleek dat Duque toestemming had gegeven, als reactie op de herbewapening van Marquez, voor het bombarderen van een dorp met FARC-strijders waarbij ten minste acht minderjarige slachtoffers vielen ging alles mis. De minister van Defensie werd gedwongen ontslag te nemen en Duque leek een mentale instorting te hebben en probeerde wanhopig te doen alsof hij niet op de hoogte was van het bombardement op het FARC-dissidentenkamp terwijl hij in augustus hier nog over had opgeschept. Dit leide tot de discussie of de Colombiaanse president wist dat hij toestemming gaf voor het bombarderen van kinderen. De hierop volgende afwijzing van Duque was bijna unaniem. Alle politieke partijen en zelfs Miss Colombia reageerden om tegen de president op te treden. 

De nationale protesten in Colombia werden opgeroepen voordat de onrust in Ecuador en Chili de regionale bondgenoten van Duque bijna op de knieën brachten. Deze protesten hebben  Colombia “wakker geschud”. De president is ook wakker geworden, maar is in een duidelijke staat van catatonie terechtgekomen. De jongste en minst ervaren Colombiaanse president van de afgelopen 100 jaar krijgt te maken met protesten die geen van zijn voorgangers of beschermheren ooit te verduren heeft gekregen.

Belangrijkste vraag blijft echter vooralsnog open staan : is Duque daadkrachtig genoeg om zijn fouten toe te geven en de dialoog op korte termijn aan te gaan om de rust te laten wederkeren en escalatie te voorkomen. Vooralsnog blijkt er helaas nog geen sprake van een handreiking te zijn, wat inmiddels tot een tweede nationale protestdag op 27 november heeft geleid. De huidige situatie blijkt meer tot een tweedeling en een discussie te leiden onder de bevolking: een discussie over vermeend excessief politiegeweld enerzijds en de rol van de rol van vermeende raddraaiers anderzijds, een discussie welke helaas de aandacht van de redenen van het demonstreren, van een democratisch verworven recht, doet verbleken en de kans op escalatie vergroot.

Laten wij hopen dat iedereen zijn verstand erbij houdt en persoonlijke grieven of trots opzij kan zetten in het belang van een stabiel Colombia. 

Door: BertJan

Mobiele versie afsluiten