Al vroeg staat alberto voor de deur met zijn karretje van het centrale punt waar hij zijn lading ijsjes voor deze dag op kan halen. Hij hoopt dat het een warme dag is in Bogotá omdat zijn kans op verkoop dan groter is. Ook heeft hij een gebied waar veel scholen staan dat helpt zeker maar dan moet niet Rodrigo stiekem in zijn buurt komen.
Want hij heeft al genoeg concurrentie van de lokale vaste stalletjes en sap karretjes. “Bueñas”, zegt hij tegen de lokale distributeur die jorge heet en duidelijk blij is als iedereen weer weg is omdat het altijd hectisch is en alberto zijn collega’s elkaar niet echt mogen door dat de winstmarge minimaal is op een ijsje. Het is immers al een keer fout gegaan waarbij het tot een “robbetje” vechten uit liep. “Bueñas” zegt jorge terug die net wakker is. En daar waar duidelijk niet al zijn alcohol uit zijn bloed is wat hij de vorige avond tot zich genomen heeft.
Stil zwijgend geeft alberto op wat hij nodig heeft en rekent af met Jorge. Achter hem staan nog meer collega’s die ook blij zijn dat ze een erkende ijsco wagen hebben en niet iets wat ze zelf in elkaar moesten bouwen. Maar het koste wel een lieve duit. Een half jaar werken. Voor het karretje maar dan heeft hij wel meer kans op verkoop.
Als hij naar zijn zelf toegeëigende territorium loopt kijkt hij achter om of Rodrigo hem niet volgt hij denkt gelukkig ben ik vroeg en is die luibak nog niet begonnen. Sluipend tussen het chaotische verkeer door staat hij op een punt waar aan de ene kant een school staat en aan de andere kant een winkelcentrum hij klapt zijn parasolletje uit en gaat aan het werk.